Laten we stoppen met al die toetsen
Wat vroeger de eindtoets was, heet sinds dit schooljaar de doorstroomtoets. Maar de nadelen zijn nog altijd even groot, vinden Marlies Pepping en Miranda Kramer van de Matthieu Wiegmanschool.
Waarom moeten we stoppen met de doorstroomtoets?
‘Ik heb nog nooit een goed argument vóór de doorstroomtoets gehoord,’ zegt Marlies, meerscholen-directeur bij SaKS. ‘De reden die vaak wordt genoemd, is dat het zou helpen tegen kansenongelijkheid. Ik kan me inderdaad voorstellen dat er scholen zijn waar kinderen een te laag advies krijgen. Maar een toets is daar niet het juiste middel voor. Investeren in vakmanschap, dáár ligt de oplossing!’
Wat maakt de leerkracht zo belangrijk?
Marlies: ‘Je moet je als leerkracht heel bewust zijn van de leerlijnen van een kind. Zodat je altijd weet welke stap voorwaarts het kind kan maken. De leerkracht ziet het hele plaatje; een toets meet alleen een smal gedeelte van het onderwijs. Teksten schrijven wordt bijvoorbeeld niet gemeten. Mondeling taalgebruik ook niet, terwijl dat hartstikke belangrijk is.’
‘Toetsen doen gewoon geen recht aan het kind,’ vult Miranda, schoolleider bij Matthieu Wiegman, haar collega aan. ‘Een kind is veel meer dan alleen dat kleine stukje. En toetsen zijn enorm talig, dus als Nederlands niet je eerste taal is, sta je al met 3-0 achter. Ervaring speelt ook een grote rol. Een kind dat nog nooit in een dierentuin is geweest, krijgt daar toch een vraag over. Daarnaast hebben kinderen van wie de ouders een huiswerkklasje kunnen betalen, de mogelijkheid om alvast te oefenen. Nou, hoe eerlijk is dat?’
‘Kinderen zijn goed zoals ze zijn. De nadruk ligt vooral op waar kinderen niet goed in zijn – dat moeten we omdraaien.’
Wat doen jullie bij Matthieu Wiegman om de ontwikkeling van kinderen te meten?
Marlies: ‘Wij gebruiken het kindvolgsysteem Ik Ontwikkel. De referentieniveaus die verplicht zijn vanuit de overheid, zitten daar al in. Die niveaus geven aan wat een kind minimaal moet beheersen. Niveau 1F voor rekenen en taal, bijvoorbeeld. Zo hebben we eigenlijk geen toetsen meer nodig.’
Miranda: ‘Het is vooral belangrijk dat de leerkracht de leerlijnen goed kent. Elk kind volgt zijn eigen leerlijn. Bij rekenen is het eerste gedeelte bijvoorbeeld: getallen tot 20. Daarna getallen tot 100. En dan komt de stap tot 1.000. De leerkracht kijkt steeds waar een kind zich precies op de leerlijn bevindt, om zo de volgende stap te kunnen bepalen.’
Marlies: ‘En zo’n leerlijn hebben we voor alle ontwikkelgebieden. Dus niet alleen taal en rekenen, maar ook andere onderdelen. Wereldwijs. Bewegen. De stevige basis; over wie je bent en hoe je leert. Zo krijg je een totaalbeeld van het kind. Want elk kind heeft eigen talenten.’
Wat is het ideale toekomstbeeld binnen SaKS?
Marlies: ‘Een toekomst waarin we kinderen niet meer met elkaar vergelijken, maar alleen nog met zichzelf. Dat is een heel belangrijke pijler.’
Miranda: ‘Kinderen zijn goed zoals ze zijn. De nadruk ligt vooral op waar kinderen niet goed in zijn – dat moeten we omdraaien. Aandacht voor hun talenten, en daarop verder bouwen.’
Marlies: ‘En als je dat echt goed in beeld hebt, zie je dat kinderen tot veel meer in staat zijn dan we nu denken. Omdat je je veel meer richt op de persoonlijke ontwikkeling, je daagt ze veel meer uit. We hebben binnen SaKS een concreet doel uitgesproken: over vier jaar wordt geen kind meer in een hokje gestopt. Er wordt geen kind meer beoordeeld met een cijfer, met goed of fout. Dat is een van onze beloftes aan de kinderen. En gelukkig gebeurt dit al op veel plekken binnen SaKS.’
Wat heeft het initiatief Leve het Onderwijs hiermee te maken?
Marlies: ‘Leve het Onderwijs is een beweging van schoolbestuurders die geloven in een andere manier van besturen, namelijk vertrouwen in vakmanschap. Stoppen met het verplichten van toetsen is daar een onderdeel van. Het komt neer op vertrouwen. Voor ons is dat vertrouwen in de leerkracht, en voor de leerkracht is dat vertrouwen in zichzelf. Want het vakmanschap van de leerkracht is een van de grootste sleutels waaraan we kunnen draaien.’