Hoe het online festival ‘Dit is onderwijs’ mensen samenbrengt

Op 1 april kwamen professionals, ouders – en ieder ander die er zin in had – digitaal samen om het onderwijs te bespreken. Dat werd een groot succes!

Het technasium

Een van de mensen die een praatje hield, was Nancy Hammer. Nancy is docent op het Jan Arentsz. ‘Ik geef sturing aan het technasium,’ vertelt ze. ‘Daarmee leren we kinderen creatief denken. Dit was voor mij een kans om het technasium bekender te maken in de regio Alkmaar. Ik vind het altijd leuk om erover te vertellen, en je weet nooit wat je eraan overhoudt.’

Samenwerken

In het online publiek van Nancy zat onder anderen Gerda Akkerman. Zij is leerkracht op basisschool de Wegwijzer. ‘Ik vind de SaKS-middagen heel inspirerend,’ zegt Gerda. ‘Er waren uiteenlopende mensen en bedrijven aanwezig waar je zo bij kon aansluiten om een verhaal te horen. Mijn hersenen gaan dan altijd helemaal aan. Wat kunnen we hiermee, vraag ik me dan af. Kunnen we samen mooie dingen maken?’ En dat gebeurde. Gerda was onder de indruk van Nancy’s presentatie en wilde meer weten. ‘Ik heb in de chat aan Nancy gevraagd of zij ook weleens samenwerkten met het primair onderwijs. Ja, was het antwoord. Nou, toen hebben we meteen e-mailadressen uitgewisseld.’

Waarom wilde je dat graag?

Gerda: ‘Wij leggen bij ons op school steeds meer de nadruk op het kind. Op zijn of haar talent. We willen niet alleen taal, rekenen en spelling aanbieden, maar ook wat anders. Zo hopen we de buitenwereld naar binnen te brengen. Op het technasium zijn genoeg mensen die daar verstand van hebben. En zij hebben het materiaal, de ruimtes.’

Hoe gaat jullie samenwerking eruitzien?

Nancy: ‘Er komen acht leerlingen van Gerda naar onze school voor een O&O-project. Dat staat voor onderzoek en ontwerp. Ze krijgen een opdracht vanuit het bedrijfsleven. Een probleem. Een stinkende casus, noemen we dat. Waar ze zelf een oplossing voor moeten bedenken. Daar worden kinderen heel nieuwsgierig van.’ Gerda: ‘De bedoeling is dat een groepje van acht kinderen dit project acht weken volgt, en na die acht weken is dan een nieuw groepje aan de beurt.’

Wat is het verschil tussen O&O en bijvoorbeeld rekenen?

Nancy: ‘Bij rekenen heb je een vaste structuur die de leerlingen moeten volgen. De uitkomst is al bekend en zij moeten daarop uitkomen. Bij O&O is dat een ander verhaal. Dan kunnen twee groepjes voor hetzelfde probleem twee totaal verschillende oplossingen bedenken. Het gaat om de weg ernaartoe, minder om het resultaat. Welke obstakels komen ze tegen? Hoe lossen ze dat op? Hoe werken ze samen? Het kan dan ook mislukken, maar dat is niet erg. Dan kun je alsnog een 7 krijgen omdat je zo goed hebt samengewerkt.’

En dat past goed bij jullie visie op onderwijs, Gerda?

Gerda: ‘Het is onderdeel van de pilot Ruimte en Regie. Twintig scholen in Nederland doen daaraan mee, waaronder wij. Hierdoor krijgen we van de inspectie de kans om ook andere vormen van onderwijs te proberen. We willen experimenteren, en dit is de eerste stap. Uiteindelijk hopen we dat de kinderen ook stage kunnen lopen. Bij de bakker, om maar iets te noemen.’

Wanneer is deze samenwerking geslaagd?

Gerda: ‘Als de kinderen enthousiast terugkomen. Als ze hebben gezien dat de wereld groter is dan alleen onze school. Ik wil dat ze andere mensen ontmoeten, andere docenten. En dat ze zelf hun groei ook zien. Van het samenwerken met elkaar. Er is niet één goede oplossing, nee, het gaat om creatief denken. Dat willen we altijd stimuleren. Dus als ze straks denken: wauw, dat hebben we toch maar mooi met elkaar gedaan – ja, dat zou ik heel tof vinden.’