Helma van der Hoorn
En toen ineens moesten alle scholen dicht …
“Leren ging thuis eigenlijk veel beter.” Dat waren de woorden van een leerlinge uit groep 6, tijdens een van mijn gesprekjes op de scholen. Ik vroeg haar of ze kon uitleggen hoe dat kwam. “Nou”, zei ze, “als we op school zijn en ik heb een vraag, dan steek ik m’n vinger op. Alleen juf heeft het altijd heel erg druk, dus daarom duurt het best lang voordat ze me komt helpen. Maar als ik thuis een vraag had, dan kon ik juf niet vragen. Dus dan moest ik zelf nadenken en ik heb ontdekt dat het dan eigenlijk veel sneller gaat.”
Het is een van de geweldige inzichten die de afgelopen periode ons heeft opgeleverd. Ik zou zo een hele tijd door kunnen gaan. Wat dacht je van de jongen die me uitlegde dat het rekenen thuis beter ging, omdat hij thuis om 10 uur kon beginnen. Juf begint namelijk altijd om 9 uur, “en dan staat mijn rekenhoofd nog niet aan”. Of een leerlinge die heeft geleerd hoe ze moet plannen en ontdekte dat ze dat heel goed kan. En ook een jongen die erachter kwam dat hij echt school nodig heeft om tot leren te komen, “want thuis is er bijna nooit iemand en dan ga ik ook niet leren”.
Rust, ruimte, individueel
Niet alleen kinderen hebben veel geleerd over zichzelf (en wij over hen), ook voor leraren en ouders is het een leerzame periode geweest. Zo was de periode van halve groepen op school voor iedereen een verademing en hebben leraren ontdekt dat ze door de aangebrachte focus én de relatieve rust in de groep eigenlijk net zoveel leerdoelen bereiken als normaal in 100% onderwijstijd. Stof tot nadenken.
Leerkrachten werkten in de periode van afstandsonderwijs meer maatgericht, simpelweg omdat het groepsgerichte onderwijs dat maatgerichte werken nu eenmaal bemoeilijkt. Ook ouders is dat opgevallen, zo liet een moeder mij weten. Ze ontdekte bij haar drie kinderen dat hun onderwijs veel meer was toegespitst op hun specifieke behoeften en zag haar kinderen zienderogen groeien en opbloeien. Ze vroeg zich wel af, de school was koud drie dagen weer volledig open, waarom de leerkrachten nu zo snel weer overstapten op het klassikale onderwijs. Zij moeten toch ook hebben gemerkt dat het individueel gerichte veel beter was?
Wat doen we met die wijsheid?
Allemaal positieve voorbeelden van inzichten die we hebben verkregen. En uiteraard zijn er ook dingen geweest die juist níet werkten en waar we van hebben geleerd. De grote vraag is: wat doen we met al deze wijsheid? Hoe leggen we de moeder uit dat het toén wel kon, maar nu niet meer? Hoe vertellen we tegen die jongen dat zijn rekenhoofd toch echt weer om 9 uur aan moet? Hoe zeggen we tegen het meisje dat ze nu de planning van de juf moet volgen en haar zelfstandigheid weer moet inleveren? Hoe stimuleren we het meisje uit groep 6 dat zij ook in deze situatie vooral eerst zelf blijft nadenken? Hoe leggen we leerkrachten uit dat we wel hebben gezien dat het onderwijs veel beter gaat als je kunt differentiëren met onderwijstijd, maar dat het ‘nu eenmaal niet mag’?
Als ik iets begrijp, dan is het hoe moeilijk het is om al die dingen die toen zo goed gingen nu vast te houden, terwijl er ‘gewoon’ weer van je wordt verwacht dat je de hele dag voor volledige groepen je lessen draait. En toch … dat kan en mag nooit het antwoord zijn naar deze leraren, leerlingen en ouders. Met ander woorden: we hebben wat te doen!
Nooit eerder hebben we zoiets meegemaakt. Zekerheden vallen weg en maken plaats voor vele onzekere factoren. Mensen zijn diep geraakt in hun persoonlijke leven. Velen hebben hun baan verloren en voor wie het werk wel gewoon doorging, kun je het ‘gewoon’ wel wegstrepen. Ook worstelde iedereen op zijn of haar manier met vragen als: loop ik zelf gezondheidsrisico’s? Of iemand die mij dierbaar is? Tegelijkertijd maak ik me zorgen als ik mensen hoor zeggen dat ze in de crisis goede dingen leerden en die willen vasthouden. Want dat betekent juist dat de basis blijft zoals die was, maar de koevoet moet ertussen! We moeten blíjven ontwikkelen nu en niet door naar een nieuwe status quo.
Veel meer mogelijk dan we dachten
Alle ingezette veranderingen in de stichting halen we op en maken we deelbaar. Want voor je het weet, schieten we weer terug in ‘het systeem’. Laten we in plaats daarvan elke uitdaging die we vanaf nu tegenkomen, proberen te bezien vanuit het nieuwe perspectief van alles wat we hebben geleerd.
Als een leerkracht ziek is, vallen we dan terug op de automatische piloot? Gaan we dan ‘vanzelfsprekend’ de zieke 1-op-1 vervangen? En de groep opdelen als er niet genoeg leerkrachten meer zijn? Of gaan we voortbouwen op alle lessen die we hebben geleerd en zoeken we andere oplossingen? Als we hebben ervaren dat het werken met halve klassen zó goed is bevallen, en als we hebben ontdekt dat we in die 50% onderwijstijd bijna net zoveel bereiken als normaal in 100%, vallen we dan stoïcijns terug in onze oude gewoontes nu de scholen weer opengaan?
Ik heb me voorgenomen deze vragen vanaf nu stelselmatig te blijven stellen. En te faciliteren dat men deze vragen onderling steeds stelt. Nu is het moment dat we moeten pakken. Samen met ouders, met leerkrachten, met de omgeving en alle collega’s! Nu is het moment dat we moeten doorrollen. Nu is het moment dat we moeten waken dat we terechtkomen op het volgende vlakke vlak van de kubus, een volgende status quo. Als de afgelopen periode ons íets heeft geleerd, dan is het dat er véél meer mogelijk is dan we altijd dachten.